De vraag naar uitzendkrachten zal in 2024 met vijf procent dalen, voorspelt ING in een nieuw rapport. In het huidige economische klimaat houden bedrijven de hand op de knip als het gaat om het inhuren van nieuw personeel. Ook krijgen medewerkers eerder een vast contract aangeboden.

In het eerste kwartaal van 2023 kromp het aantal uitzendbanen voor het eerst in twee jaar met 52.000. In het tweede en derde kwartaal liep de kwartaalkrimp verder op tot circa 60.000 minder uitzendbanen. Voor heel vorig jaar rekenen kenners van de bank uiteindelijk op een krimp van 7 procent als het gaat om de vraag naar uitzendkrachten.

Voor dit jaar zal de krimp iets minder sterk zijn, maar nog wel een min van 5 procent, zo is de prognose.

Liever een zzp'er dan uitzendkracht

Dankzij nieuwe regelgeving heeft een uitzendkracht inmiddels recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden als een werknemer in loondienst, zoals een marktconform pensioen en een transitievergoeding. Uitzendwerk wordt hierdoor duurder en minder flexibel, met als gevolg dat bedrijven op zoek gaan naar alternatieven, zoals het zelfstandig ondernemerschap.

Doordat de invoering van de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp'ers op de lange baan is geschoven, is het zzp'er-schap ook voor werkenden een aantrekkelijk alternatief voor uitzendwerk. Met name in de zorg, horeca en de bouw is het aantrekkelijker om als zzp'er aan de slag te gaan.

Schijnzelfstandigen binnenkort verleden tijd?

Of de verschuiving van uitzendkracht naar zzp'er de komende jaren verder doorzet, is echter de vraag, volgens ING. Een nieuw wetsvoorstel moet duidelijkheid scheppen wanneer sprake is van schijnzelfstandigheid. Dat zou betekenen dat veel werk dat nu door zzp'ers wordt gedaan, in loondienst moet worden uitgevoerd. De meest flexibele arbeidsvorm die dan overblijft, is via een uitzend- of detacheringsbureau.

Lees ook: Nederlandse uitzendbedrijven krijgen het zwaarder: minder vraag en flexwerker is liever zzp’er dan uitzendkracht